Hoe de te betalen belasting bepalen?

De ondernemer dient allereerst een goede administratie te voeren waarin goed wordt bijgehouden welke btw hij heeft betaald aan leveranciers en welke btw hij moet voldoen. Bij iedere transactie dient er een factuur te worden uitgeschreven die aan wettelijke vereisten voldoet. Het totaal van alle facturen dient terug te vinden zijn in de administratieve omzet.

Het bedrag dat een belastingplichtige aan de belastingdienst moet betalen, hangt van de volgende drie factoren af.

  1. De heffingsgrondslag: dit is het totaal aan vergoedingen (artikel 10 lid 2)  dat over een periode aan afnemers in rekening is gebracht. Feitelijk moet dit gelijk zijn aan de (belaste) maandomzet exclusief btw.
  2. Het tarief: dit is afhankelijk van de prestatie en is normaal 10%, tenzij een bijzonder tarief van toepassing is zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 (0%), lid 3 (5%) of lid 4 (25%).
  3. De voorbelasting: dit is de betaalde belasting die aan leveranciers is betaald (artikel 3) en voor aftrek in aanmerking komt.

De regel is dat de volgens de administratie verschuldigde btw van alle transacties in een tijdvak (een maand) wordt opgeteld. Deze bedragen worden in de maandelijkse aangifte vermeld. Ter controle wordt daarin ook de belaste omzet vermeld, gesplitst per tariefgroep, zodat de verschuldigde btw-bedragen kunnen worden gecontroleerd.

In de aangifte moet ook de betaalde btw als voorbelasting worden vermeld. Dit bedrag wordt afgetrokken van de verschuldigde btw en het saldo dient te worden voldaan aan de belastingdienst.

Is het saldo negatief, dan hoeft niet te worden betaald en zal de fiscus na controle van de ingediende aangifte overgaan tot teruggave van het saldobedrag. Dit wordt restitutie genoemd.