Wetswijziging van 5 september 2023

STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2023 / No. 126

REPUBLIEK SURINAME

WET van 5 september 2023, houdende nadere wijziging van de Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (S.B. 2022 no. 121, verbeterblad S.B. 2022 no. 143), zoals laatstelijk gewijzigd bij Wet van 30 december 2022 (S.B. 2022 no. 148).

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

In overweging genomen hebbende dat het wenselijk is de Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (S.B. 2022 no. 121, verbeterblad S.B. 2022 no. 143), zoals laatstelijk gewijzigd bij Wet van 30 december 2022 (S.B. 2022 no. 148), nader te wijzigen;

Heeft, na goedkeuring door De Nationale Assemblée, gehoord de Staatsraad, bekrachtigd de onderstaande wet;

ARTIKEL I

In de Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (S.B. 2022 no. 121, verbeterblad S.B. 2022 no. 143), zoals laatstelijk gewijzigd bij Wet van 30 december 2022 (S.B. 2022 no. 148), worden de navolgende wijzigingen aangebracht:

A. Bijlage 1, zoals aangegeven in artikel 4 lid 2 letter a, komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1, luidende als volgt:

Bijlage 1

Onderworpen aan het tarief van nul (0) procent zijn:

a. de invoer door en leveringen en diensten, uitgezonderd ter zake van de leveringen volgens artikel 14 lid 6 aan:

1°. contractors en subcontractors ingevolge de Petroleumwet 1990, gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen daarop;

2°. staatsondernemingen ingevolge de Petroleumwet 1990, gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen daarop.

b. de invoer door en leveringen en diensten aan:

1°. goudwinningsbedrijven ingevolge overeenkomsten met de status van wet;

2°. publiekrechtelijke lichamen.

c. De Minister kan bij beschikking nadere regels vaststellen voor de uitvoering van hetgeen aangegeven is in deze bijlage.

B. Bijlage 2, zoals aangegeven in artikel 5 lid 1 komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe bijlage 2 luidende als volgt:

Bijlage 2

Vrijgesteld van belasting zijn:

a. het verlenen van gelegenheid tot deelname aan hazardspelen volgens de Wet Casinobelasting, gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen daarop;

b. diensten van artsen, tandartsen, tandtechnici, verpleeg- en verloskundigen, fysio- en oefentherapeuten, chiropractors, logopedisten, diëtisten, psychologen en podotherapeuten als zodanig worden verricht, evenals jeugdtandverzorging en mondhygiëne en diensten van alternatieve genezers en overige paramedici;

c. de levering en invoer van goederen en het verrichten van diensten door organisaties van sociale-, culturele-, charitatieve-, sportieve- of godsdienstige aard, mits de organisatie geen winststreven heeft en er geen sprake is van ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen;

d. het binnenlands vervoer van personen over de weg en te water;

e. de diensten die door ziekenhuizen en laboratoria voor medisch onderzoek worden verricht;

f. de invoer en levering van medische kunst en hulpmiddelen, zoals orthopedische artikelen en toestellen – daaronder begrepen medische verbruiksartikelen, medisch-chirurgische gordels en banden alsmede krukken – kunstgebitten, kunsttanden, kunstogen, kunstledematen en dergelijke artikelen, hoorapparaten voor hardhorigen, breukspalken en andere artikelen en apparaten voor de behandeling van breuken in het beendergestel, gezondheidsbrillen, – brillenglazen en -lenzen;

g. de invoer en levering van geneesmiddelen zoals aangegeven door het Ministerie van Volksgezondheid;

h. verzekering van lokale ziektekosten en levensverzekering;

i. de verzorging van onderwijs door erkende organisaties en instellingen, die aan het wettelijk toezicht van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zijn onderworpen, alsook de invoer en levering van leermiddelen, schoolbenodigdheden en schooluniformen;

j. de opvang van kinderen in kinderopvang;

k. de zorg van ouderen, hulpbehoevenden en bejaardentehuizen;

l. zieken- en gewondenvervoer;

m. de volgende financiële diensten:

1°. geldwisseltransacties ter zake van vreemde valuta, hetzij door het wisselen van bankbiljetten of munten, door het debiteren of crediteren van rekeningen of anderszins;

2°. de uitgifte, betaling, incasso of eigendomsoverdracht van cheques of kredietbrieven en soortgelijke digitale transacties;

3°. de uitgifte, toewijzing, trekking, aanvaarding, goedkeuring of eigendomsoverdracht van schuldbewijzen en obligaties;

4°. de uitgifte, toewijzing of eigendomsoverdracht van aandelen of deelnemingsbewijzen;

5°. het verlenen van en de bemiddeling inzake krediet;

6°. het verhandelen van derivaten of toekennen van opties, met uitzondering van de levering van de onderliggende goederen en diensten.

n. de hiernavolgende goederen:

1°. verse groenten;

2° verse kip;

3° verse en niet bewerkte vis;

4° eieren;

5°. meel, brood en cassavebrood;

6°. rijst;

7°. Padie;

8°. Melk;

9°. soja olie;

10°. lucifer;

11°. voorbehoeds- en anticonceptiemiddelen;

12°. wegwerpluiers;

13°. badzeep;

14°. toiletpapier.

o. de binnenlandse levering van:

1°. goud aan vergunningsplichtige goudopkopers in de zin van de Wet Bedrijven en Beroepen;

2°. verse vis aan vergunningsplichtige visverwerkingsbedrijven en visexporteurs in de zin van de Wet Bedrijven en Beroepen.

p. de binnenlandse levering van kunstwerken;

q. de invoer en levering van bereid voer en grondstoffen ter voorbereiding van voer bestemd voor vee- en pluimveesector, alsook insecticiden, kunstmeststoffen (natuurlijke en chemische), chemische bestrijdingsmiddelen en zaden.

C. Bijlage 3, onder a, zoals aangegeven in artikel 4 lid 4, komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe tekst luidende:

a. automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer met een cilinderinhoud van meer dan 2.500 cm3 of met een cif-waarde van US$ 40.000,- (veertigduizend Amerikaanse dollar) of meer, uitgezonderd motorvoertuigen middels elektrische aandrijving;

D. Bijlage 4, zoals aangegeven in artikel 4 lid 3 komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe bijlage 4, luidende als volgt:

Bijlage 4

a. de levering van water en prestaties ter zake door staatsonderneming of overheidsdienst uitsluitend voor huishoudelijk gebruik en andere levering van water in verpakking van tenminste vijf (5) gallon of meer;

b. de levering van electriciteit en prestaties ter zake en kookgas;

c. het binnenlands goederenvervoer over de weg, te water en door de lucht.

E. In artikel 25 wordt na lid 7 een nieuw lid 8 toegevoegd, luidende als volgt:

De Inspecteur is bevoegd om meerdere naheffingsaanslagen op te leggen over hetzelfde tijdvak, indien blijkt dat zich nieuwe feiten voordoen als gevolg waarvan geen of te weinig belasting is betaald of indien teveel belasting in aftrek is gebracht of in gevallen waarbij er wel belasting wordt ingehouden, maar niet afgedragen.

F. In artikel 68 wordt na lid 7 een nieuw lid 8 toegevoegd, luidende als volgt:

Bijlage 2 treedt in werking met ingang van 1 oktober 2023 en bijlage 4 treedt in werking met ingang van 1 november 2023.

G. In artikel 68 wordt na lid 8 een nieuw lid 9 toegevoegd, luidende als volgt:

BIJLAGE 1 onder c, waarbij wordt aangegeven dat onderworpen aan het tarief van nul (0) procent de verhuur gedurende minstens drie (3) maanden van onroerende goederen, welke zijn ingericht, bestemd en door de huurder worden gebruikt als hoofdverblijf voor permanente bewoning, komt te vervallen ingaande 1 november 2023.

ARTIKEL II

1. Deze wet wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.

2. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na haar afkondiging in het Staatsblad van de Republiek Suriname.

3. De minister van Financiën en Planning is belast met de uitvoering van deze wet.

Gegeven te Paramaribo, de 5e september 2023

CHANDRIKAPERSAD SANTOKHI

Uitgegeven te Paramaribo, de 5e september 2023
De Minister van Binnenlandse Zaken,

BRONTO S.G. SOMOHARDJO

WET van 5 september 2023, houdende nadere wijziging van de Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (S.B. 2022 no. 121, verbeterblad S.B. 2022 no. 143), zoals laatstelijk gewijzigd bij Wet van 30 december 2022 (S.B. 2022 no. 148).

MEMORIE VAN TOELICHTING

De Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde is in werking getreden op 1 januari 2023.

Het is bij de BTW de bedoeling dat de belasting wordt geheven bij de ondernemers die de BTW uiteindelijk in rekening brengen bij de particuliere consumenten. Hierbij is het streven om de belastingheffing zo breed mogelijk van toepassing te laten zijn bij transacties in het economisch verkeer. Anderzijds dient rekening te worden gehouden met sociale omstandigheden en tevens om de eenvoud in de heffing na te streven. Deze wetswijziging is gericht op een verbreding van de basis van de belastingheffing, omzetting van de nultarief prestaties naar vrijgestelde prestaties, zulks met inachtneming van de sociaal- maatschappelijke uitgangspunten.

In artikel I A wordt aangegeven dat bijlage 1 komt te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1. Bij het vervallen van de prestaties die in bijlage 1 voorkomen, gaat het met name om verschuiving van de meeste van deze prestaties naar de lijst van vrijstellingen (in bijlage 2) en een verschuiving van een beperkt aantal prestaties in de sociale sfeer naar de lijst met het laag tarief van 5 (vijf) procent (bijlage 4). Bepaalde prestaties worden niet meer opgenomen in de bijlagen, waardoor het algemeen tarief van toepassing is. Het streven is hierbij om uiteindelijk te komen tot een geharmoniseerde toepassing van het algemeen tarief van 10 (tien) procent voor alle prestaties.

De overige prestaties in de sfeer van de goud- en petroleumindustrie, alsook voor publiekrechtelijke lichamen (de overheid en districtscommissariaten) worden gehandhaafd. Dit vanwege wettelijke bepalingen en overeenkomsten die de status van wet hebben.

In artikel I B wordt de lijst van vrijstellingen aangevuld met een aantal goederen en diensten die eerder in bijlage 1 voorkwamen.

Deze nieuwe bijlage 2 is daarom ook een uitbreiding van de reeds bestaande lijst van vrijstellingen, middels een horizontale overgang van bepaalde goederen en diensten die eerder in bijlage 1 voorkwamen. De intentie van de wetgever is dat voor bepaalde prestaties geen BTW in rekening wordt gebracht aan particuliere consumenten. Enkele wijzigingen zijn aangebracht in de sfeer van onderwijs, waarbij er nu naast het publiek onderwijs ook een vrijstelling geldt voor organisaties en instellingen die onderwijs verlenen dat valt onder het toezicht van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

In artikel I C wordt een wijziging gebracht in met name bijlage 3 onder a. Bij de heffing van BTW bij motorvoertuigen met een hoog tarief van 25 (vijfentwintig) procent, wordt rekening gehouden met het stimuleren van elektrische motorvoertuigen voor welke het algemeen tarief van 10 (tien) procent van toepassing wordt. Het is hierbij een internationale trend om het gebruik van voertuigen die worden aangedreven middels elektriciteit te stimuleren, zulks vanwege milieuaspecten.

In artikel I D wordt aangegeven dat bijlage 4 komt te vervallen en wordt vervangen met een nieuwe bijlage 4, waarbij het laag tarief van 5 (vijf) procent BTW van toepassing is. Mede vanwege sociaal-maatschappelijke redenen zijn deze goederen en diensten in deze bijlage opgenomen. Immers zorgt de toepassing van het laag tarief voor een minder hoge belastingdruk in vergelijking met het algemeen tarief van 10 (tien) procent. Dit met betrekking tot de directe, maar ook de indirecte doorwerking van de BTW in de prijzen van goederen en diensten.

In artikel 68 wordt door een nieuw lid 8 een overgangsregeling geïntroduceerd. Hierdoor geldt voor bepaalde goederen en diensten die in bijlage 2 voorkomen een vrijstelling met ingang van 1 oktober 2023.

Andere goederen en diensten die voorkomen in de nieuwe bijlage 4 en een bepaald sociaal karakter hebben, worden pas op 1 november 2023 belast met het verlaagd tarief van 5 (vijf) procent BTW.

Paramaribo, 31 mei 2023,

R. Aloema

E. Karto